Francis en Margret Macomber hebben een jachtsafari geboekt in Afrika. De jacht staat onder leiding van Robert Wilson, een man met een eeuwig rood gezicht. Francis Macomber komt vooral voor de grote prooi. Op een nacht horen ze een leeuw brullen. Angstaanjagend. Bij het ochtendgloren trekken ze erop uit. Macomber zou hem het liefst vanuit de auto neerschieten, maar dat is Wilsons eer te na. Macomber raakt de leeuw tweemaal, maar niet dodelijk. De leeuw verschuilt zich dan in het riet, dus zullen ze hem moeten opzoeken. Als de leeuw verschijnt is Macomber zo bang dat hij zijn geweer laat vallen en er vandoor gaat. Koelbloedig schiet Wilson de leeuw dood. Het vrouwtjesdier Margret kruipt die nacht onder de klamboe met de held van de dag.
Enkele dagen later lijkt zich hetzelfde scenario te voltrekken met de jacht op drie buffels. Een van de drie wordt niet goed geraakt en weet zich schuil te houden. Macomber wil niet nog eens afgaan. Dapper erop af, gaat hij. Maar dan gaat het fout, echt fout.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten