01 februari 2016

Huygens: schaatsgedicht 2

BAENVEGHER
Ben ick der kind’ren vriend; voor Camerling der vissen
En gaen ick niet wel uijt, met veghen dwers en lancks:
Voor seker ’tsoete volck en weet mij niet veel dancks
Als ick ’t Quicksilver van haer spiegel-glas kom wissen.

Baaveger
Ben ik de kindervriend;  kamerheer van de vissen
En doe ik niet mijn best  met vegen dwars en langs
Voor het zoete volk dat mij niet dankbaar is
Als ik het kwikzilver van het spiegelglas kom wissen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten